Het heelal heeft de vorm van een mens.
Sterrenkundigen doen veel onderzoek aan hemellichamen en de structuur van de kosmos. Dankzij de ruimtevaart zijn er veel nieuwe dingen ontdekt en komen er nog steeds nieuwe ontdekkingen bij. Maar de werkelijke drie-dimensionale structuur van de kosmos is voor de wetenschap nog steeds een heel groot raadsel.
Grote wereldmens
In de Nieuwe Openbaring door Jakob Lorber, maar ook in de hemelsbrood stukjes van Ingrid_Franssen, vertelt Jezus over het bestaan van de grote (wereld)mens. Deze grote wereldmens is de manifestatie van de verloren zoon, de eerst gevallen geest en lichtdrager Lucifer. Hij was de eerste die in de oertijd van Gods orde afweek en in zijn val vele andere geesten meenam. Alle zielen van deze grote groep gevallen geesten heeft God de Vader op een moment in Zijn liefde opgelost en vervolgens als afzonderlijke delen in de materie gevangen gezet. Het leven van de grote wereldmens is zodoende in bijna eindeloos vele, afgesloten delen gescheiden en is daarom niet als een geheel, maar als zeer verdeeld te beschouwen.
Wat wij nu kennen als het ganse materiële universum, met al zijn sterren en sterrenstelsels, Melkwegen en galaxieën, manen en kometen is de materiële manifestatie van die grote wereldmens. De structuur van de kosmos, het heelal met zijn ontelbare, glinsterende sterren, heeft de ons welbekende vorm van een menselijk lichaam. Dit vertelde Jezus tijdens zijn predikingstijd al aan Zijn volgelingen en Hij gaf onderricht aan de hand van een levensecht planetarium.
Hulsglobes zijn de bouwstenen
In het boek van de “Hel tot de hemel” en in het “Grote Johannes Evangelie” door Jakob Lorber legt Jezus uit dat het lichaam van die grote wereldmens uit miljoen maal miljoenen hulsglobes is samengesteld. Al die talloze hulsglobes zijn op zichzelf stuk voor stuk te vergelijken met één zenuw in de gestalte van de grote wereldmens. Eén hulsglobe in het lichaam van de grote wereldmens is te vergelijken met één zenuwcel (neuron) in ons materiële lichaam. In het lichaam van de mens vormen verschillende soorten cellen organen zoals het hart, het hoofd, de longen, lever en nieren; net zo vormen groepen hulsglobes organen in de grote wereldmens. Een cel van ons stoffelijk lichaam heeft een celmembraan en evenzo is een hulsglobe begrensd door een omhulsel, maar dat is dan een etherische wand, fijnstoffelijke materie die niet waarneembaar is met wetenschappelijke apparaten.
Zo microscopisch klein als alles in ons lichaam is, zo onvoorstelbaar astronomisch groot is alles in het lichaam van de grote wereldmens. Een cel van ons lichaam is een moleculaire wereld en een hulsglobe is een nagenoeg oneindig grote kosmische wereld en in beide gonst het van de activiteiten, leven. En in al die ontelbare vormen, groot en klein, is God de Vader het leven, want Hij is Alles in alles.
Grootte
De oercentraalzon van die hulsglobe is regulus, een schijnbaar gewone ster in het sterrenbeeld leeuw. De ons welbekende Melkweg is slechts een kleine kluwen van sterren in die immens grote hulsglobe. Deze hulsglobe, met regulus als oercentraalzon, is ontzaglijk groot. Hij omvat vele triljoenen, dat is meer dan 10 18 lichtjaren, zodat zelfs een sterrenstelsel zoals onze Melkweg van 110.000 lichtjaren slechts een vlekje licht is in het grote geheel. Astronomen hebben met de hulp van de Hubble telescoop veel van dit soort sterrenstelsels ontdekt en bij inzoomen op zo`n cluster blijkt die telkens uit ontelbaar veel sterren te bestaan. De uiteindelijke grootte van een hulsglobe is nagenoeg niet in getallen uit te drukken en het is voor ons als een begrensd denkend mens heel moeilijk zich daar iets bij voor te stellen.