Echte vooruitgang is geestelijke ontwikkeling.
We kunnen als zelfstandig wezen naast God de Vader bestaan wanneer we bewust kiezen voor onze geestelijke ontwikkeling. Dit kan hier op aarde in een stoffelijk lichaam en aan de andere kant van het aardse leven als geestelijk wezen in een fijnstoffelijk lichaam, want onze wezenlijkheid is geestelijk van aard. Het etherische lichaam van de ziel is daarbij noodzakelijk, omdat er anders geen zelfstandig bestaan naast God de Vader mogelijk is.
Evolutieproces
Onze geest is door God geschapen en woont in onze ziel die weer het lichaam als haar woonplaats heeft. De mens is een drie-eenheid van lichaam, ziel en geest. Onze geest is rechtstreeks uit God Zelf, maar onze ziel is langs een scheppende weg ontstaan. Die scheppende weg bestaat uit het geleidelijk aan samenvoegen van fijnstoffelijke bouwstenen die afkomstig zijn uit het mineralen-, planten- en dierenrijk. Dit evolutieproces duurt vele honderden of zelfs duizenden eeuwen en wordt door God de Vader en via Hem door onze geest geleid. Deze zienswijze gaf de Heer aan Jakob Lorber die dit onder andere in zijn boek Aarde en Maan van de Nieuwe Openbaring beschrijft.
Als ziel zijn wij hier op aarde aan wetten gebonden, zowel aardse wetten als geestelijke, morele wetten. Al deze wetten zijn samengevat in: “Heb God lief boven alles en je medemens als jezelf”. Wanneer we als ziel deze belangeloze liefde daadwerkelijke willen leren leven, ontwikkelen we weer de liefde die wij als geest uit God oorspronkelijk waren, want ieder mens is een belichaming van Gods liefde. Maar er is veel studie en inzicht in ware liefde nodig om te kunnen begrijpen waarom dit waarheid is. Dit is onze geestelijke ontwikkeling die bedoeld wordt en dit heeft Jezus tijdens Zijn leven hier op aarde vele mensen voorgeleefd.
Wat concreter gezegd is onze geestelijke ontwikkeling te vergelijken met een zuiveringsproces in ons zelf. Dit is het bewust kiezen voor het willen doen van liefde, want liefde is handelen in het belang van die ander. Zuiveren is een proces en bestaat uit vrije wil de ander onbaatzuchtig en onvoorwaardelijk willen helpen, steunen naar het eigen vermogen. Misvattingen en kwade neigingen erkennen en gaan inzien dat we verleid kunnen worden alleen aan onszelf te denken, dat we de ander het zelf willen laten uitzoeken, hem niet helpen of steunen.
Maar dan moeten we wel beseffen en accepteren dat dit het ware doel van ons leven hier op aarde is. Dat wij hier op deze aarde ons geestelijk kunnen ontwikkelen, maar dan moeten we wel willen geloven dat de aarde niets anders een leerschool in deze ware liefde is. En dat is een lastige zaak, omdat de mensheid in het algemeen erg op zichzelf is gericht, zijn eigen welzijn voorop stelt en hebberigheid is daarbij een grote hindernis voor onze geestelijke ontwikkeling.
Transformatieproces
Onze geestelijke ontwikkeling is een transformatie, een verandering van een werelds ingesteld mens naar een belangeloos dienend mens. Dit proces – evolutie – begint vanaf het eerste uur dat we hier op aarde worden geboren. Wij kunnen als ziel besluiten samen met Jezus aan onze geestelijke ontwikkeling te gaan werken. Dit is de ware evolutie van de mens als geestelijk wezen. Zijn wil tot de onze maken, uit vrije wil, want onze wil is vrij. We kunnen Zijn wil ons eigen maken en daarin met Zijn hulp volmaakt worden, dat is oprecht onbaatzuchtig en onvoorwaardelijk de ander helpen, iemand naar ons vermogen steunen. Deze belangeloze liefde is het hoge doel voor ieder mens. Maar iemand die zich laat verleiden door zijn wereldse gehechtheden, zijn begeerten en hebberigheid, blijft gevangen in die wereldse sferen en komt daar alleen uit door een bewuste keuze voor zelfverloochening.

Dit ontwikkelingsproces is te vergelijken met de transformatie van rups naar de vrije vlinder. De mens die als “rups” zich vol eet met wereldse indrukken, maar die indrukken volledig verteert en daardoor transformeert tot een prachtig en vrij geestelijk wezen. Op die trap van geestelijke volmaaktheid, wordt die mens als ziel èn geest een nieuwe eenheid en één met Gods ware, belangeloze liefde.