Het onvoorstelbaar grote heelal.
De onvoorstelbare grootte van sterrenstelsels verbaasde de mens eeuwen lang. Uit onderzoek door astronomen bleek dat galaxiën ontzaglijk veel groter zijn dan onze bekende Melkweg. Heel bijzonder is dat Jezus omstreeks 1850 dit toen al aan Jakob Lorber bekend maakte. Jezus vertelde hem niet alleen over de onvoorstelbare grootte van sterrenstelsels, maar ook dat er zonnen en sterren zijn die vele miljarden malen groter zijn dan onze zon. Jezus noemt zo`n sterrenstelsel een hulsglobe en beschrijft zowel de opbouw als de drie-dimensionale structuur van de hulsglobe.
Hoewel de wetenschap het probleem hoe het universum ontstond, zal oplossen, kan zij echter niet de vraag beantwoorden : “Waarom doet het universum de moeite te bestaan? Daarop heb ik geen antwoord.” (Stephan Hawking).
Een hulsglobe bestaat uit miljoenen of miljarden zonnen (sterren) die allemaal op de een of andere manier om elkaar draaien. Er is een zeer duidelijke rangorde tussen de zonnen. De grootste zon, de oercentraalzon, is de zon (ster) waaromheen alle andere zonnen (sterren) draaien. Maar die sterren vormen groepen en clusters die in het schema zijn weer gegeven als cirkels. De allerkleinste cirkel is die van een planetaire zon, nummer 5 in de tekening hieronder. Nummer 4 is een zonne-gebied waaromheen al miljoenen zonnen wervelen. Het zonne-gebied waartoe onze zon behoort, is de ster Sirius, zo vertelde Jezus aan Jakob Lorber. In een periode van 28.000 jaar draait onze zon om Sirius. Op zijn beurt draait Sirius met zijn 200 miljoen zonnen om een nóg weer grotere zon, namelijk één van de klasse 3. Uiteraard is de werkelijke structuur van een hulsglobe vele malen complexer dan in dit eenvoudige schema is getekend.
Miljoenen malen groter
In het Grote Johannes Evangelie van de Jakob Lorber boeken vertelt Jezus aan Jakob Lorber over de ongelooflijke grootte van een hulsglobe die uit een onvoorstelbaar groot aantal sterren is opgebouwd. De kleinste zon is de planetaire zon (ster) waar omheen een of meer planeten, eventueel met een maan, draaien. Elke volgende ster is een miljoen maal groter dan de vorige en het aantal sterren dat om die nog grotere ster draait, neemt telkens miljoenenvoudig toe.
Schets van een hulsglobe

Een schets van de ongelooflijke grootte van sterrenstelsels en complexiteit van een hulsglobe. Het ganse heelal bestaat uit miljarden van dit soort stelsels.
Oercentraalzon
Het grootste type is een oercentraal zon en ook daar zijn er vele miljarden van in het heelal te aanwezig. De doorsnede van zo`n ster is volkomen onbegrijpelijk, want wie kan zich iets voorstellen bij een doorsnede van 1036 km? Dit zijn zulke astronomisch grote getallen, dat die ons voorstellingsvermogen ver te boven gaan. De eerst volgende kleinere zon, noemt Lorber een zonne-Al-Al die een miljoen maal kleiner is dan een oercentraal zon. De daarop volgende zon, een zonne-Al, is weer een miljoen maal kleiner, en op zijn beurt is de gebiedszon eveneens een miljoen maal kleiner. Een planetaire zon, bijvoorbeeld onze zon, is in deze reeks de kleinste zon en zo`n planetaire zon kan een doorsnede van 106 of 109 km hebben.
De oercentraalzon is de hoofdbron van licht
Een oercentraalzon van een hulsglobe is de centrale bron van licht in die hulsglobe. Het licht kaatst terug op de omhulling – de etherische wand – en verspreidt zich door de sfeer van de hulsglobe waardoor elke zon, planeet en maan schittert alsof die zelf licht uitstraalt. Dit is het gevolg van het gegeven dat elke zon ook een soort van ‘huid’ – de etherische wand – heeft die het licht van de oercentraalzon weerkaatst. Zodoende bestaat het licht van een zon voor het grootste deel uit weerkaatst licht, maar elke zon voegt zijn ook zijn licht aan dat van de hulsglobe toe. Maar de hoofd lichtbron van alle triljoenen sterren in een hulsglobe, is de oercentraalzon.