Het lichtende omhulsel van onze zon.
Het licht van onze zon is een lichtend omhulsel. Al wat bestaat heeft een huid, een omhulsel. Elke cel heeft een membraan, het kaf omhult een tarwekorrel, een slak heeft een slakkenhuisje, dieren hebben een vacht, ons lichaam heeft een huid, maar ook onze aarde heeft een ‘huid’, de atmosferische luchtlaag. Evenzo heeft de zon een soort dampkring, maar dat is geen luchtlaag zoals de aarde om zich heen heeft.
Zonnesfeer
De totale zonnesfeer lijkt wetenschappelijk gezien uit een viertal verschillende lagen te bestaan en is enkele duizenden kilometers dik. Het licht van onze zon vormt de buitenste laag en is een lichtend omhulsel wat de wetenschap de corona noemt. Die corona is slechts een paar honderd kilometer dik en buitengewoon heet, ongeveer twee miljoen graad Celsius. Om de zon bevindt zich de oneindige ether waarin alle sterren, planeten en kometen in het rond draaien. De temperatuur van de ether, de ruimte, is weer bijzonder laag, bijna 273 graad Celsius onder nul.
In het boek “De_Natuurlijke_Zon” door Jakob Lorber geeft Jezus een geestelijke beschrijving van de corona en de zon. Ook de weliswaar subtielere materie van de zon is niets anders dan een manifestatie van geestelijke substantie en het lichtende omhulsel van onze zon is een soort geestelijke ‘huid’. Wat wij zien als zonlicht is het stralen van dat omhulsel en dat wordt veroorzaakt door de rotatie van de zon zelf om haar eigen as en meer nog door haar buitengewone snelle beweging rond een middenzon die nog veel verder van haar afstaat. Door die bewegingen van de zon in de uitgestrekte etherruimte wordt op haar atmosferische oppervlak een grote elektrisch werking teweeggebracht; daardoor is haar lichtglans hetzelfde als van jullie bliksem, maar dan in een veel hogere intensiteit.
Deze geheel nieuwe en wetenschappelijke verklaring voor het ontstaan van zonlicht vertelde Jezus tijdens Zijn predikingstijd al aan Zijn volgelingen.
Corona
Elke zon (ster) heeft zo`n corona, een lichtend omhulsel. Die corona is het licht van onze zon dat zo ontzagwekkend sterk aan het buitenste oppervlak van de zonnesfeer glanst. Iemand die op het oppervlak van de zon zou staan, dus aan de binnenkant van de corona, kan daar desondanks gemakkelijk doorheen kijken.


Licht van de oercentraalzon dat op de corona’s van sterren heen en weer kaatst.
Oercentraalzon
Het licht van onze zon is voornamelijk afkomstig van de oercentraalzon die de hoofdbron van licht in elke hulsglobe is. Dat licht straalt alle kanten uit en wordt door alle planetaire lichamen in die hulsglobe weerkaatst en kaatst ook weer terug van de etherische wand die de hulsglobe omringt. Het licht van de oercentraalzon en van andere sterren dat op de corona van onze zon valt, is het fel lichtende omhulsel van onze zon. Dit geldt voor elke ster.
In het boek de “Natuurlijke Zon” door Jakob Lorber vergelijkt Jezus een hulsglobe met een holle bol waarvan de wanden het licht weerspiegelen en waarin zich veel andere bolvormige voorwerpen bevinden. Eén centrale lichtbron in die holle bol zal elk voorwerp daarin belichten zodat het lijkt alsof dat voorwerp zelf een bron van licht zou zijn, omdat het licht door al die voorwerpen wordt weerkaatst. Daarom lijkt elke zon en elke planeet in een hulsglobe een lichtbron te zijn. Iedere zon draagt weliswaar ook iets bij aan al het licht in de hulsglobe, maar het oorspronkelijke licht is van de oercentraalzon afkomstig.

De hoofdlichtbron in een hulsglobe is de oercentraalzon die alle andere sterren en planeten daarin verlicht.