Het wezen van licht.

Er is veel onderzoek aan de ware aard van licht gedaan. Het zonlicht en licht ziet de wetenschap als een elektromagnetische trilling, maar het foton zou ook een deeltje zijn. Vanaf de zeventiende eeuw is daar al discussie over geweest, maar de wetenschap is nu van mening dat kwantumelektrodynamica het licht en haar eigenschappen volledig en met zeer grote nauwkeurigheid beschrijft en voorspelt.

In het kleine, maar fascinerende boekje over “De vlieg” van de Nieuwe Openbaring boeken, die Lorber door middel van het innerlijk woord van Jezus in 1842 ontving, beschrijft Jezus het ware wezen van zonlicht. Ook daarin komt de karakteristieke dubbele aard van licht tot uitdrukking want Jezus zegt: “Licht is niet helemaal materie, noch puur geestelijk. Het is een verbinding tussen materieel en geestelijk en beide delen kunnen we als een polariteit beschouwen. Het materiële deel van licht is de negatieve pool, het geestelijke deel is de positieve pool. Het geestelijke is het innerlijke deel, het natuurlijke is het uiterlijke deel.

Zonlicht is de bron van alle materie

Werkzaamheid

Elk vuur geeft licht en warmte. Waar licht is, is ook warmte en waar het licht opvalt wekt het warmte op. “Kijk”, zegt de Heer in het boek “Van de hel tot de hemel”, “De oorsprong van al het licht is natuurlijk de liefde als de eeuwige levenswarmte van de Godheid. Is ons de warmte echter gegeven, dan verwekt zij vervolgens meteen ook licht naar de mate waarin de warmte in ons toeneemt, en de warmte neemt weer toe door het rijker wordende licht. Het één komt steeds voort uit het andere: het licht uit de warmte en de warmte uit het licht!”

Licht is de werkzaamheid van de liefde. Hoe groter haar werkzaamheid, hoe sterker haar licht is. Wanneer wij vanuit liefde handelen, zoals Jezus dat de mensheid heeft geleerd, gaat het om belangeloosheid. Is ons handelen nog ‘gekleurd’ door een stukje eigenbelang, of stellen we toch nog een of andere voorwaarde? Iemand die een ander helpt en daar iets voor terug verwacht, handelt nog niet helemaal belangeloos. Hoe beter we in staat zijn Gods belangeloze liefde daadwerkelijk te leven in het dagelijks leven, hoe sterker Gods licht in ons wordt.

God de Vader geeft door Zijn Hart de liefde en zo duidt ook de zon Zijn Hart aan. In de uiterlijke wereld is de zon een beeld van Gods eeuwige Hart welke alle wezens leven en kracht geeft. (Jakob Böhme)

Geestelijke aard van licht

De ware aard van licht is de werkzaamheid van liefde in ons. En omdat liefde een geestelijke kracht is, is licht dat eveneens. Geestelijk gezien komt licht overeen met inzicht, begrip en daarom is wijsheid het licht van de liefde. Zonder helderheid van geest, inzicht, is er geen leven vanuit belangeloze liefde mogelijk. Daarom gebruikt Mozes in Gen. 1 de begrippen licht en duisternis op een overdrachtelijke manier. Hij bedoelt zuiver en alleen de goddelijke impuls tot hogere ontwikkeling van de geest en het bestaan van inzicht (licht) naast onwetendheid (duisternis van de nacht).

Liefde en wijsheid

Licht is een uiting van liefdevolle werkzaamheid en daar God de hoogste en grootste werkzaamheid is, is Hij ook het grootste licht. Ieder mens die liefde ontwikkelt en zijn liefde deelt met zijn medemensen, straalt licht uit, want liefde en wijsheid gaan samen. Ware wijsheid is geen boekenkennis, maar is liefde. Liefdevolle wijsheid en wijze liefde bewerken onze geestelijke voortgang en leiden tot het zijn van een zelfstandig licht in Gods Licht.

Het licht van de geest is de volle levenswarmte en is net zo levend als het licht van de zon, dat niet alleen licht geeft als geen ander licht, maar ook leven geeft. Omdat haar licht de levenswarmte bevat en die, waar het licht terecht komt, ook meedeelt en de reeds aanwezige levenswarmte nog meer leven geeft en tot leven wekt.

Deel Dit Verhaal, Kies Je Platform!

Door |2023-01-26T15:39:05+01:00september 9th, 2020|
Ga naar de bovenkant