Hoe is het leven ontstaan?
De oorsprong van het leven is voor de wetenschap nog steeds onbekend, omdat geen wetenschapper zeker weet hoe het leven is ontstaan. In de 20e eeuw toonden Miller en Urey voor het eerst aan dat sommige eiwit bouwstenen konden ontstaan in een gasmengsel dat bestookt werd met kunstmatige bliksemstralen. Tegenwoordig veronderstellen wetenschappers dat het leven zou zijn ontstaan door natuurlijke processen uit niet-levende materie en de eerste bouwstenen van het organische leven zouden RNA moleculen zijn. Die onderzoekers menen dat de overgang van niet-levende naar levende materie geen afzonderlijke gebeurtenis was, maar een evolutionair proces van toenemende complexiteit. Maar er is geen onderbouwing wie of wat die toenemende complexiteit stuurt, men neemt aan dat dit vanzelf gaat. Dat de natuur dit zelf doet. Daarom is er ondanks honderden jaren onderzoek nog nooit een echt levend organisme in een laboratorium experiment gemaakt en zal dit ook nooit gebeuren.
Chemisch leven?
Zo gezien zou de oorsprong van het leven volgens de wetenschap uit chemische reacties bestaan en enkel en alleen door ‘toeval’ zijn ontstaan. Ook veronderstellen onderzoekers dat er op een moment tijdens deze evolutionaire processen uit dat eerst gevormde RNA een DNA molecuul moet zijn ontstaan. Daaruit ontstonden dan de eerste primitieve organismen die zich konden voortplanten en kosmische straling veroorzaakte allerlei veranderingen (mutaties) in het DNA van die eerste levensvormen. Die veranderingen in het DNA waren willekeurig, waardoor sommige organismen afstierven, maar andere organismen zouden zich hebben aangepast aan hun veranderde omgeving. Het gevolg zou zijn dat zich langzaam maar zeker steeds complexere organismen ontwikkelden en na vele miljarden jaren was daar dan de levende mens. De wetenschap denkt dat het zo kan zijn gegaan en noemt dit de Darwinistische evolutietheorie.
Materie is niet de oorsprong van het leven
Volgens vele wetenschappers zou zo`n opeenstapeling van toevalligheden de oorsprong van het leven zijn geweest. Met veel moeite en jarenlang minutieus onderzoek zijn er theorieën ontwikkeld die veel ‘chemische reacties’ in allerlei organismen begrijpelijk maken, maar het levengevende principe, dàt heeft geen enkele wetenschapper gevonden, of kunnen aantonen. Op deze experimentele manier zullen zij het leven nooit vinden, noch ontdekken, want het leven kan geen verzameling chemische reacties zijn, omdat materie, omdat steen niet het leven is. Materie heeft geen eigen_besef_van_leven en dat erkent de wetenschap ook.
DNA geeft het leven?
Veel mensen geloven dat DNA het levengevende principe is; de bron van het leven zou DNA zijn. Maar óók DNA heeft geen besef_van_leven, want het bestaat uit de ‘dode elementen’ koolstof, stikstof, waterstof, zuurstof en fosfor die ook geen eigen besef van leven hebben. Hoe kan dan ooit DNA het leven geven!? Als een kerngezond mens plotseling aan een hartstilstand overlijdt, waarom is dan het stoffelijk overschot – met volkomen gaaf en onveranderd DNA in alle cellen – niet meer tot leven te wekken?
Het wonder van het leven
Als DNA geen levengevende stof is, wat is dan wèl de oorsprong van het leven? Hoe kan uit een simpel chemisch milieu het leven van plant, dier en mens zijn ontstaan? Zijn deze veronderstellingen niet veel en veel te eenvoudig? Want is het geen groot wonder dat elke boom zijn leven oneindig lang kan doorgeven en zelfs de hele aarde zou kunnen bebossen als er geen andere bomen, planten en gewassen waren?!
Is het geen ongelooflijk wonder dat bomen hout voor de mens maken en dat er schapen zijn die de mens wol geven? Dat er verschillende granen, groenten en vele fruitsoorten zijn die de mens voeden. Dat er zomaar, maar wel erg lang geleden, bij ‘toeval’ mensen tot leven kwamen die gevoel hebben, die liefde kunnen voelen voor andere mensen en kunnen nadenken over hun leven dat zij hier op aarde leiden? En dat leven zou allemaal heel toevallig zijn ontstaan uit een of ander chemisch mengsel en bliksem, lang na een enorme knal, de oerknal?
Krachten en uitwerkingen
Uit al het wereldwijde wetenschappelijk onderzoek van de afgelopen eeuwen blijkt overduidelijk dat er overal op aarde intelligente krachten en machten werkzaam zijn die oneindig veel verschillende uitwerkingen hebben. Daar niets anders dan uitwerkingen te zien zijn, moeten ook evenveel krachten als uitwerkingen zijn. En omdat al die werkingen geordend en planmatig zijn, moeten er ook evenveel intelligenties als krachten aanwezig zijn. Jezus legde dit in de boeken van de Nieuwe Openbaring aan Jakob Lorber uit. In een van die boeken, Aarde_en_Maan, zegt Jezus dat materie alleen maar uit zielendeeltjes, intelligenties, bestaat.
De conclusie moet zijn dat er Eén grote Intelligentie werkzaam is, want waar krachten en machten zichtbaar en meetbaar zijn, moet ook een oorzaak aanwezig zijn. Waarom is het nu zo moeilijk om te accepteren dat die oneindige intelligentie God de Vader is? Dat Hij de wijze Bestuurder van al die schepselen is?