Zelfbewustheid is uniek voor de mens.
De mens is zichzelf bewust, want we weten dat we leven, maar we weten niet hoe ons leven is ontstaan. De wetenschap spant zich heel erg in om het ontstaan van het leven te verklaren, maar gaat daarbij voorbij aan de vraag hoe zelfbewustheid is ontstaan. Als de mens volgens de theorie van Darwin dankzij een of ander evolutionair proces is ontstaan, hoe heeft die mens dat bewustzijn dan verworven? Volgens Darwin is de mens uit dieren voortgekomen, als die al een zelfbewustzijn zouden hebben, rijst natuurlijk de vraag hoe dieren dan zelfbewustzijn hebben gekregen.
Het blijkt dat maar weinig dieren van zichzelf bewust zijn, want het aantal dieren dat zichzelf kan herkennen is klein. De dieren die zichzelf in een spiegel kunnen herkennen zijn chimpansees, oerang-oetangs, bonobo’s, dolfijnen, eksters en Aziatische olifanten. Kleine kinderen herkennen zichzelf pas vanaf een jaar of twee. De video van een pimpelmees op deze website laat zien dat hij denkt een concurrent in de spiegel te zien. Hij valt die denkbeeldige concurrent voortdurend aan en komt vaak terug om te kijken of die vermeende concurrent al weg is. Een roodborstje zat evenzo uren lang voor de spiegel, blies zijn veren op en probeerde zo indruk te maken op zijn tegenstander. Ook merels en vinken vallen hun spiegelbeeld aan. Hieruit blijkt dat deze vogels, evenals talloze andere dieren kennelijk zichzelf niet in een spiegel kunnen herkennen, ze hebben geen zelfbewustzijn. Althans, als we de spiegelproef als correct testmiddel accepteren.
Zelfbewust bestaan
Wij mensen zijn een zelfbewust bestaan, zie Hemelsbrood 7051. De mens is zichzelf bewust dat hij bestaat en hier ergens op deze aarde leeft. We voelen dat we leven en we zijn in staat naar ons eigen functioneren te kijken. De mens kan zijn eigen gedrag beoordelen, maar een dier kan dit niet. De luiaard kan zijn gedrag niet veranderen, hoe graag hij misschien sneller zou willen zijn als hij in levensgevaar verkeert. Ook de mier en mestkever doet wat hij moet doen en kan zijn ingegeven aard niet veranderen. Sommige dieren kunnen weliswaar gedresseerd worden, maar hun werkelijke aard verandert nooit. Ieder mens kan echter bewust zijn eigen, door hemzelf ontwikkeld, gedrag observeren en zijn gedrag veranderen als hij daarvoor kiest en zijn wilskracht gebruikt. Die zelfbewuste vrijheid geeft het unieke van het mens zijn. Adam en Eva waren als de eerste mens zichzelf bewust.
De Heer zegt in het Grote Johannes Evangelie door Jakob Lorber dat een van zichzelf bewust bestaan logischerwijs alleen kan voortkomen uit een vergelijkbaar zelfbewust bestaan. Maar als een mens uit dode materie zou zijn ontstaan, geëvolueerd, hoe is dan zelfbewustheid, het gevoel dat we leven ooit ontstaan? Hoe zou dat gevoel van “ik voel dat ik leef” gevormd kunnen worden als er geen gevoel in een mineraal, een steen, een stukje DNA of eiwit zit? Het zelfbewustzijn wordt de mens door God gegeven, omdat God Zichzelf bewust is. God, de hemelse Vader, geeft de mens het besef te bestaan. Daarom herkennen wij onszelf in een spiegel en beseffen we dat wij het zijn die in die spiegel kijkt.
Deze pimpelmees ziet zijn spiegelbeeld als een concurrent.